Kleuterinfo
(Voor het eerst) ... naar school... Dat is best spannend!
Een groot gebouw, een nieuwe juf, een vreemd lokaal, veel kinderen en heel veel uitdagende hoeken en speelmogelijkheden. Hieronder kunt u alle informatie lezen die nuttig is om te weten als uw kind bij ons naar school gaat.
Hoe ziet een dag van een kleuter bij ons op school eruit?
De bel gaat
Tussen 8.25 uur en 8.30 uur komt iedereen binnen. De kinderen hangen zelf hun jas aan de kapstok en zetten hun eten en drinken voor 10.00 uur (het tussendoortje) in de daarvoor bestemde karretjes. Het eten en drinken voor 12.00 uur blijft in de tas, die onder in de bak van de kapstok gezet wordt.
Op de meeste dagen beginnen we in de kring. Bij binnenkomst mogen de kinderen eerst in de kring een boekje lezen of gezellig praten met andere kinderen totdat iedereen er is. Op het digibord staat een dagstarter klaar: een zoekplaat, een denkvierkant of een ander kort spelletje waar we de dag mee starten. Daarna starten we met een gezamenlijke activiteit in de kring.
Om 8.30 uur gaat de bel en horen alle kinderen binnen te zijn. De ouders mogen best even mee de klas inlopen, maar we willen om half negen echt kunnen beginnen.
De ochtendkring
Elke morgen beginnen we met elkaar te begroeten en bidden we samen. We kijken met elkaar welke dag van de week en welke datum het is. Ook bespreken we de dagritmekaarten, die naast elkaar in de klas hangen en van links naar rechts aangeven welke activiteiten we op welke volgorde die dag gaan doen.
Op maandag vertellen de kinderen elkaar persoonlijke verhalen. Dat gebeurt op verschillende manieren. Soms klassikaal, soms in kleine groepjes. We gebruiken daarbij allerlei coöperatieve werkvormen. Twee keer in de week wordt er een verhaal uit de bijbel verteld en zingen we liedjes over deze verhalen. We steken daarbij een kaars aan als teken van warmte, licht en gezelligheid, en als teken van God, die bij ons is.
Daarnaast zijn er ook kringmomenten waarin we allerlei taal- en rekenactiviteiten doen.
Hulpjes
De kinderen die hulpje zijn, mogen naast de juf zitten. Een hele eer voor de kinderen (én de juf uiteraard). Ze mogen kleine klusjes doen, bijv. eten en drinken uitdelen, prullenbak en scharen pakken bij het eten en drinken. Ook mogen ze binnen en buiten als eerste kiezen waar ze mee willen spelen. Alle namen van de kinderen staan op het hulpjesbord. Door de pijlen die naar de namen op het hulpjesbord wijzen, kunnen de kinderen zien wie op die dag de hulpjes zijn.
Spelen en werken
Elke kleutergroep heeft een (magnetisch) planbord. Dat is een groot bord met allemaal vakjes waar de kaartjes met de aangeboden activiteiten van die dag op hangen. Bijvoorbeeld: zandtafel, bouwhoek, huishoek, themahoek, lees- luisterhoek, knutselwerkjes en allerlei andere constructieve activiteiten of spelletjes.
De kinderen hebben allemaal een eigen plaatje en plakken die onder de activiteit die ze graag willen doen. Wanneer er geen plek is bij datgene wat ze willen doen, kunnen ze iets anders kiezen. De kinderen gaan daarna veelal zelfstandig aan de slag. Soms nodigt de juf een kind uit voor een bepaalde activiteit en dan kan het kind dat van tevoren zien aan de plek waar zijn plaatje hangt op het planbord.
Rollenspel (Het 'doen alsof ...')
''Spelen is een levensbehoefte voor kinderen. Door (rollen) spel leert een kind de wereld om hem heen kennen en begrijpen.'' Het belang van spelen in de kleuterklas is erg groot.
(Rollen)Spel is belangrijk voor veel verschillende gebieden van de ontwikkelingen:
Cognitieve ontwikkeling
Tijdens het spelen voeren kinderen allerlei activiteiten uit. Ze komen allerlei problemen tegen die ze op een passende manier moeten oplossen. Het probleemoplossend vermogen wordt dus geoefend. Spel vraagt denkkracht van kinderen en kinderen leren hun eigen gedrag te sturen. Ze leren zelf te bepalen wat ze gaan spelen, hoe ze dat zullen gaan spelen en wat ze erbij nodig hebben en welke voorwerpen ze zelf kunnen maken. Het is een begin van het abstracte denken, waarbij kinderen concrete voorwerpen langzaam omzetten in mentale voorstellingen. Bv. een blok wordt een telefoon of een rij stoelen wordt een trein.
Motorische ontwikkeling
Bij de motorische ontwikkeling worden grove en de fijne motorische activiteiten bedoeld. Grove motorische activiteiten zijn vooral activiteiten als rennen, klimmen, springen, etc. Dit zie je vooral buiten of in de gym. In de huishoek of themahoek worden vaak de fijne motorische handelingen geoefend zoals bijvoorbeeld het openen en sluiten van allerlei sluitingen (ritsen, knopen, veters, doppen, deksels). Ook het opmaken van het bed, het dekken van de tafel, het 'koken' van eten zijn allemaal voorbeelden waarbij de fijne motoriek wordt geoefend.
Door middel van (rollen)spel worden spierkracht, bewegingscoördinatie en het gevoel voor evenwicht gestimuleerd.
Taalontwikkeling
Taal en rollenspel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In het spel communiceren kinderen met elkaar door middel van taal. Tijdens het spelen oefenen de kinderen allerlei taalkundige begrippen, begrippen die horen bij het dagelijkse leven. Ook leren kinderen in hun spel grammaticaregels toepassen. Kinderen leren veel van andere kinderen door nadoen.
Emotionele ontwikkeling
Tijdens rollenspel leren de kinderen hoe ze emoties kunnen uitdrukken en reguleren en daardoor leren ze zichzelf beter kennen. Ze mogen experimenteren met de verschillende rollen en vormgeven aan dagelijkse bekende situaties. Ook biedt rollenspel een vorm van veiligheid; conflicten kunnen via spel opgelost worden en kinderen durven soms wel via een bepaalde rol of pop of knuffel te praten.
Sociale ontwikkeling
Bij de sociale ontwikkeling leren de kinderen rekening houden met anderen en anticiperen op hun (re)acties. Ze leren naar elkaar te luisteren, elkaar te helpen en met elkaar te delen. Op jonge leeftijd spelen ze vooral alleen of langs elkaar. Hoe ouder en verder ze in de spel-ontwikkeling komen hoe meer ze bewust zijn van elkaar en echt samen spelen en gepast binnen spel kunnen reageren.
Opruimen
Alle spullen hebben een vaste plek in de klas en alles staat gesorteerd in de kasten. De kinderen kunnen aan de hand van kleine plaatjes in de kasten zien waar de spullen horen. We leren de kinderen zorgvuldig en zuinig om te gaan met alle materialen. Een opgeruimde, overzichtelijke en gesorteerde omgeving helpt je gestructureerd te leren denken en handelen. Bovendien nodigt een overzichtelijke ruimte beter uit tot spelen en werken en tot het maken van nieuwe plannen. Door het opruimen als een serieuze taak te zien, leren we de kinderen samen verantwoordelijk te zijn voor de plek waar ze gewerkt of gespeeld hebben. Na het opruimen worden de hoeken nagekeken en gecontroleerd door de kinderen uit de klas.
Thema's en projecten
In de kleuterklassen wordt het hele jaar door thematisch en projectmatig gewerkt. Er worden per thema verschillende speel-, werk-, reken-, constructieve-, taal- en rekenactiviteiten aangeboden, zowel in de kring als tijdens het spelen en werken. Het aanbod van activiteiten heeft veel variatie, zodat de ontwikkeling van alle kinderen op verschillende gebieden en niveaus wordt gestimuleerd.
Wanneer het mogelijk is, worden er speelhoeken rondom het thema ingericht, zoals bijvoorbeeld een kappershoek, een winkel, een ziekenhuis of een postkantoor waar kinderen in rollenspel de 'echte wereld' kunnen naspelen.
We zoeken dan allerlei materialen en platen over het onderwerp die de kinderen zelf mogen meenemen.
Dus mocht u materialen of ideeën hebben die aansluiten bij de thema's, dan houden wij ons aanbevolen. Alle tips en suggesties rond een thema zijn welkom!
De naamkaartjes
De kinderen zijn ingedeeld in groepjes en elk groepje heeft een eigen kleur. Voor elk kind zijn er naamkaartjes in die kleur waarop de naam en het eigen plaatje van het kind staan.
Die kleuren én/of plaatjes zijn overigens ook terug te vinden op de kapstokken, op de stoelen en op het hulpjesbord.
De kinderen gebruiken de naamkaartjes om bij hun werk te leggen, zodat anderen kunnen zien wie het heeft gemaakt.
Ook kunnen de kinderen deze kaartjes gebruiken om te leren hoe ze hun naam moeten schrijven (zie ook de letterkaart onderaan deze tekst, voor de juiste schrijfwijze).
Registreren met wasknijpers
Elke week bieden we, naast de vele keuze-activiteiten, ook verplichte activiteiten aan. In die hoek of op die tafel staat dan een emmertje met op de rand voor elk kind een wasknijper. De wasknijpers hebben de kleuren van de groepjes en zijn voorzien van de namen van de kinderen.
Als de kinderen klaar zijn met een verplichte activiteit, mogen ze de wasknijper met hun eigen naam ín de pot doen. Op deze manier kunnen we allemaal zien wie al klaar is, wie nog bezig is (dan zit de wasknijper aan het werkje bijvoorbeeld) en wie nog gaat beginnen.
Ontwikkelingsmateriaal
De kinderen van groep 1en 2 werken regelmatig met de ontwikkelingsmaterialen. Deze materialen zijn speciaal voor de basisschool ontwikkeld om de taal- en rekenontwikkeling en de motoriek te stimuleren. Het zijn mooie spellen in allerlei variaties en niveaus die bij ons in de kasten in de hal zijn opgeborgen.
Voor de kinderen die meer uitdaging nodig hebben, zijn er meer uitdagende materialen met een hoger niveau. Hierbij komt bijvoorbeeld het logisch denken, ruimtelijk inzicht en plannen maken uitgebreider aan bod. Daarnaast hebben we in de klassen ook allerlei extra taal- en rekenmaterialen in onze hoeken.
Naar de wc
De kinderen gaan zelfstandig naar de wc. In elke klas hangen twee kettingen. Als een kind naar de wc moet, doet hij een ketting om. Zo kunnen de kinderen (en de juf) zien wanneer de wc's bezet zijn. Alle kinderen gaan om hygiënische reden zitten met plassen. Na een bezoek aan het toilet wassen de kinderen hun handen.
We gaan ervan uit dat de kinderen thuis plassen voordat ze op school komen.
Eten en drinken
Tussen 10.00 uur en 10.30 uur gaan we eten en drinken met de hele groep. De hulpjes lopen met de karretjes een rondje door de kring en iedereen pakt dan zijn eten en drinken.
We zingen een lied met elkaar en daarna gaan we gezamenlijk eten en drinken. Eten of drinken dat over is, gaat mee terug naar huis. Zo kunnen jullie zien wat er gegeten en gedronken is.
Op woensdag en donderdag is het 'gruitdag'. Dat betekent dat de kinderen die dagen voor de ochtendpauze groente of fruit meenemen naar school wat ze zelfstandig kunnen eten.
Ondertussen leest de juf een verhaal voor. Dit is een fijn rustmoment.
Verjaardag vieren
Wanneer een kind jarig is, krijgt hij/zij die dag een verjaardagsstoel, hij/zij mag een verjaardagsmuts kiezen die hij/zij de hele dag op mag én hij/zij mag een mooie kaart kiezen waar een foto op komt van alle juffen en meesters! Rond 10.00 uur vieren we een feestje voor de jarige in de kring. Er worden kaarsjes aangestoken op een mooie verjaardagstrein en we gaan zingen en dansen, terwijl de jarige op de stoel mag staan.
De jarige mag natuurlijk ook trakteren. Het liefst een gezonde traktatie. Eén ding is genoeg.
Als een kind zijn of haar 4e verjaardag op school viert, houden we het feestje klein: zingen en trakteren. Er zijn al genoeg nieuwe indrukken als je net op school bent!
Buiten spelen
Ieder dagdeel proberen we met de kinderen naar buiten te gaan. Kinderen kunnen zich buiten op alle verschillende gebieden ontwikkelen. De grote ruimte, de frisse lucht, het echte licht, de vrijheid, het bewegen met heel je lijf en de hoeveelheid mogelijkheden hebben allemaal zeer positieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Zowel motorisch als op taal-, reken-, denk- en sociaal gebied. Daarom is buiten spelen zó belangrijk en willen we het ook graag stimuleren om buiten schooltijden buiten te spelen!
Wist u bijvoorbeeld dat touwtjespringen een positief effect heeft op de hersenontwikkeling voor als de kinderen later tafels gaan leren?
Kinderen die net op school komen, spelen vaak naast elkaar, doordat ze op deze leeftijd nog erg met zichzelf bezig zijn en alles gaan ontdekken. Naarmate ze wat ouder worden, krijgen ze steeds meer oog voor anderen en kunnen ze ook beter rekening met elkaar houden. Hierdoor ontstaat het samenspel.
Na het buitenspel ruimen de kinderen het speelgoed op en gaan ze in de rij staan om gezamenlijk naar binnen te gaan.
Ook met een beetje regen gaan we vaak toch naar buiten. Een regenjas en regenlaarzen zijn dan handig, zodat de kinderen toch lekker kunnen spelen.
Bij heel slecht weer wordt uitgeweken naar het speellokaal voor bewegingsonderwijs, zodat de kinderen voldoende gelegenheid krijgen goed en veel te bewegen.
Lunch
Tussen de middag eten de kinderen allemaal op school. Om 12.15 uur pakken de kinderen hun tas met de lunch van de kapstok en nemen die mee naar de kring. We beginnen gezamenlijk met een gebed. De kinderen pakken hun broodtrommeltje en drinken uit hun tas en eten en drinken dit in de klas bij de juf rustig op. De eerste 15 minuten gebeurt dit in stilte. Het zorgt voor een echt rustmoment en bovendien eten en drinken de kinderen dan beter door. Na het stiltemoment wordt er voorgelezen. Om 12.45 uur gaat de groep naar buiten onder toezicht van TSO juffen en meesters.
Naar huis
Wanneer de kinderen aan het einde van de dag naar huis gaan, pakken ze allemaal hun jas en tas en eventuele andere spullen. Na een gezamenlijke afsluiting met dankgebed, stapelen de kinderen zelf hun stoelen op elkaar en gaan in een rij staan bij de deur. De juf loopt met de groep mee naar buiten. Elke kleutergroep heeft een vaste plek om dan naar toe te gaan, waar de kinderen wachten op degene die hen ophaalt. Als de kinderen degene zien die hen ophaalt, steken ze hun vinger omhoog en geeft de juf aan wanneer ze mogen gaan.
Groep 1/2a staat bij de schuifdeuren van hun klaslokaal.
Groep 1/2b komt door de zijuitgang het plein oplopen.
Groep 1/2c staat bij de hoofdingang van de school.
Taal
De wereld om ons heen is vol met taal. Geschreven taal én gesproken taal. Ook in een kleuterklas waar volop gespeeld en dus gecommuniceerd wordt.
In de klas worden elke dag taalactiviteiten aangeboden. Er wordt bijvoorbeeld elke dag voorgelezen uit prentenboeken of uit verhalenboeken. Daardoor leren kinderen kritisch te luisteren en wordt hun woordenschat vergroot. Ook de fantasie en het geheugen worden geprikkeld.
Tijdens kringmomenten doen we vaak allerlei taalactiviteiten op elk gebied van taal (luisteren, spreken, lezen en schrijven). En tijdens het spelen willen we kinderen leren zich bewust te zijn van de manier van communiceren met elkaar. We besteden veel aandacht aan het leren vragen stellen aan elkaar en gepast antwoord geven.
In iedere groep is een ABC-muur, hierop staan alle letters van het ABC met herkenbare plaatjes, zodat kinderen een letter kunnen 'opzoeken' als ze een letter willen weten. Regelmatig wordt er één letter uitgelicht waar we allerlei woorden mee bedenken. Dit is "de letter van de week". De kinderen mogen zelf spullen meenemen van huis die met die letter beginnen. Op deze manier proberen we de kinderen letterkennis op te laten doen. Later in het jaar, als er meerdere letters aan bod zijn geweest, kan het zijn dat enkele kinderen zelfs al woorden kunnen maken met de geleerde letters. Dit alles gebeurt spelenderwijs.
Rekenen
Met de kleuters doen we vaak rekenactiviteiten, zowel in de kring als tijdens het spelen in de hoeken en het werken aan tafels. We tellen, leren begrippen en leren logisch denken. Er worden veel '5-minuten-spelletjes' gespeeld, waarin allerlei aspecten van rekenen aan bod komen. Bijvoorbeeld: tellen op allerlei manieren, meten, wegen, schatten, getalbegrip en cijferkennis. Ook in de speelhoeken komen regelmatig rekenkundige activiteiten aan bod. Bijvoorbeeld het betalen in een winkel (in een themahoek winkel), het passen van kleding (in de huishoek), het tellen van servies (in de huishoek), het meten van blokken (in de bouwhoek), het passen en meten van een waterleiding (in de watertafel), het wegen van jezelf (in de ziekenhuishoek). In elke kleuterklas is een rekenkast aanwezig met allerlei materiaal waarmee gerekend kan worden.
Engels
In de kleutergroepen beginnen we spelenderwijs met Engels. Zo hebben we een opruimliedje en een liedje voor bij het eten en drinken in het Engels. Ook leren we tellen en de kleuren en vormen in het Engels. Bij elk thema worden ook themawoorden in het Engels aangeboden, d.m.v. een liedje, activiteit of een spelletje en leren kinderen reageren op korte Engelstalige opdrachten.
Muziek
In de klassen worden vaak liedjes gezongen. Bij het eten en drinken, het noemen van de dagen van de week en om te gaan opruimen. Zingen is belangrijk voor kleuters. Simpele melodieën leggen de basis voor muzikaliteit en een goed muzikaal gehoor. Ook vergroot het zingen van liedjes de woordenschat en ondersteunt het de taalontwikkeling en taalvaardigheid, want ritme, rijm, melodie en intonatie vormen de basis van taal.
Naast de gewone 'tussendoor'-liedjes geven we regelmatig muzieklessen, o.a. uit de methode "123Zing". Daarbij worden vaak muziekinstrumenten gebruikt. Kinderen leren begrippen als: hoog-laag, snel-langzaam, hard-zacht. En natuurlijk dat je iets voelt bij muziek: je kunt er vrolijk van worden of juist verdrietig, druk of rustig. Muziek dóet iets met je!
Aan het begin van het jaar krijgen de kinderen een inlogcode voor de kidspagina van 123Zing, zodat ze thuis lekker mee kunnen zingen met de liedjes die in de klas gezongen worden.
Schrijfdans
Schrijfdans is een goede, leuke en creatieve manier om de motoriek die je voor schrijven nodig hebt te ontwikkelen. Dit doen we door op muziek lekker te bewegen en daarna op het platte vlak in scheerschuim, zand of bv met krijt of verf te tekenen. En wat zo fijn is: het gaat niet om het resultaat (product), maar om hoe je het doet (proces). Ook daardoor vinden kinderen het fijn om te 'Schrijfdansen'!
Kanjertraining
Op de Rehoboth werken we met de Kanjertraining. De Kanjertraining is een methode waarbij de sociale vaardigheden van alle kinderen worden getraind. Bij de kleuters leren we over verschillend gedrag van jezelf en een ander. Het verschillende gedrag is gekoppeld aan verschillende dieren met een gekleurde pet: De bange konijntjes met de gele petten, de pestvogels met de zwarte petten, de aapjes met de rode petten en de tijgers met de witte petten.
De witte pet, de Tijger, is rustig, zelfverzekerd, in balans. De witte pet is te vertrouwen want hij is eerlijk, zegt vriendelijk en duidelijk waar het op staat, doet niets met nare opmerkingen van een ander en is geen meeloper maar denkt zelfstandig. Het is fijn als we allemaal de witte pet op hebben, want dan zijn we te vertrouwen. We kunnen ook meerdere petten op hebben. Bijvoorbeeld wit met rood: Dan maken we grapjes die leuk zijn voor onszelf én voor anderen. Of wit met geel: Dan kunnen we goed voor elkaar zorgen, luisteren, helpen, troosten. En wit met zwart betekent: We kunnen goed organiseren en regelen, we maken plannen waar meerdere kinderen aan mee kunnen doen, we zijn positieve leiders.
Als de witte pet wegvalt, blijft er negatief gedrag over.
Door middel van het uitspelen van (echte) situaties, verhalen, gesprekken en oefeningen leren de kinderen de kenmerken van verschillende soorten gedrag van zichzelf en andere kinderen. Ze leren welk soort gedrag gewenst is én het beste resultaat geeft.
Naast de Kanjerlessen wordt de 'Kanjertaal' gebruikt op school. Dit is positief gestelde taal waar de leerkrachten én kinderen zeggen wat er juist wél verwacht wordt en waar je een ander mag vragen wat de bedoeling is van zijn/haar gedrag.
Ik-doos en Kletstheater
In de kring vertellen de kinderen regelmatig iets over zichzelf en wat ze meemaken. Eén keer in het jaar staan ze écht in de schijnwerpers! De kinderen van groep 1 mogen de Ik-doos mee naar huis nemen en daar voorwerpen in doen die belangrijk voor hen zijn en iets over hen vertellen. In de klas halen ze die voorwerpen één voor één uit de doos en vertellen er iets over.
De kinderen van groep 2 krijgen een vel papier mee naar huis en vullen dat met foto's, tekeningen, plaatjes en woorden over een onderwerp of bijv. een uitje waar ze graag over willen vertellen. Dat papier wordt gescand, zodat op het digibord goed te zien is waarover verteld wordt! En…. vertellen maar! Bij de deur van elke klas hangt een inschrijflijst voor de Ik-doos en het Kletstheater.
Speelgoedochtend
Op de vrijdagochtend vóór elke vakantie is het speelgoedochtend. De kinderen mogen dan speelgoed meenemen waarmee ze
samen met andere kinderen kunnen spelen. Denk daarbij aan bijvoorbeeld een spelletje, een pop of knuffel of een auto. Playmobil en Lego e.d. zijn niet geschikt, omdat die uit veel losse onderdelen bestaan die makkelijk kwijtraken, tot groot verdriet van het kind… Ook materialen die veel geluid maken (muziek) en computerspelletjes, zijn niet geschikt voor in de klas.
Bewegingsonderwijs
Elke donderdag (en soms op een dag dat het regent) gymmen we in het speellokaal.
Er wordt een circuit uitgezet met verschillende toestellen en materialen. Hier wordt vooral de grove motoriek ontwikkeld.
Verschillende onderdelen kunnen zijn: klimmen / klauteren, springen, evenwicht bewaren, (kop)rollen, mikken, bal gooien / vangen en (tik)spellen.
De kinderen gymmen op blote voeten, daardoor hebben ze meer grip. Het is beter voor de ontwikkeling dan gymmen met gymschoenen. Verder gymmen de kinderen in principe in hemd en onderbroek. Op warme dagen dragen veel kinderen geen hemd onder hun kleren. Het is dan handig als ze een los T-shirt of hemd in hun tas hebben zitten.
Het geeft de kinderen een zeker gevoel wanneer ze zichzelf kunnen aan- en uitkleden. "Eenvoudige" kleding is daarom, vooral op de gymdag heel handig. Uiteraard worden de kinderen geholpen waar nodig is.
Contact en informatie
Informatie wordt gedeeld via het Ouderportaal. Het is een digitaal platvorm waar de leerkrachten allerlei foto's, informatie en nieuwtjes op zetten, per groep afgeschermd en niet beschikbaar voor anderen. Via dit medium is het voor ouders heel makkelijk om op de hoogte te worden gebracht van het reilen en zeilen binnen de groep. Ook is het een handig middel voor ouders om gerichte vragen te kunnen stellen aan hun kind over de schooldag.
Ook andere communicatie gaat via het Ouderportaal. Bijvoorbeeld: ziekmeldingen (via Absenties) en vragen of opmerkingen (via Berichten).
Als een kind een tijdje op school zit, maakt de juf een afspraak voor een huisbezoek.
Gedurende het schooljaar zijn er verschillende momenten waarop ouders de leerkrachten kunnen spreken, zoals het huisbezoek als een kind net op school is, de 10 minutengesprekken en de informatieavond. Daarnaast kunnen ouders altijd ná schooltijd binnenlopen voor een gesprekje of om een afspraak te maken. Wacht u daar vooral niet te lang mee, kom langs als u ergens mee zit!
Verteltassen
In de kleuterhal, in een kast, staat een aantal Verteltassen. Niet alle, want er is altijd wel een aantal tassen uitgeleend. Een Verteltas heeft een prentenboek als onderwerp, bijvoorbeeld: 'Kikker en een heel bijzondere dag'. In de tas zit, naast dat prentenboek, ook een informatieboek dat bij het onderwerp van het prentenboek past. De voorgelezen versie van het verhaal is op Youtube te vinden. Verder zitten er vaak knuffels of andere materialen in om het verhaal na te spelen. Ook zitten er spelletjes in de tas, passend bij het thema. Echt iets om gezellig samen te bekijken, te lezen en te spelen!
Op de kast hangt een inschrijflijst, waarop u samen met uw kind kunt kiezen welke tas het wil lenen. In de boekenkast op Ouderportaal staat een map met daarin foto's van de inhoud van de tassen. Zo kunt u thuis vast met uw kind een keuze maken. De tas mag twee weken thuis blijven. Op dinsdag gaat hij weer terug naar school, nadat hij thuis is nagekeken en geteld.
Troostkoffer
Soms overlijdt er iemand in de naaste omgeving van een kind. Een oma of opa, iemand anders die ze goed kennen of een huisdier. Dan kunnen ouders vragen om de Troostkoffer. In de Troostkoffer zitten (prenten)boeken, knuffels, verwerkingsmogelijkheden en tips voor ouders om met hun verdrietige kind om te gaan.
Kinderen kunnen deze tas niet zelf kiezen, ouders mogen erom vragen bij de leerkracht.
Het is verstandig om als ouder eerst zelf de boeken in de tas te bekijken en te bepalen welk boek het meest geschikt is en past bij de leeftijd en belevingswereld van het kind.
Plakboeken
De kinderen krijgen allemaal in groep 1 een plakboek. Hierin worden van elk thema verschillende werkjes met verschillende technieken geplakt. Hierdoor is de ontwikkeling van het kind goed zichtbaar en is het aan het eind van groep 2 een mooie herinnering!
Aan het eind van groep 1 krijgen de kinderen het plakboek mee naar huis. Na de vakantie willen we het plakboek weer terug op school, zodat we het verder kunnen vullen. De kinderen van groep 2 mogen aan het eind van groep 2 het plakboek als aandenken houden.
Leerlingvolgsysteem en toetsen bij de kleuters
We volgen de leerlijnen van alle ontwikkelingsgebieden van elk kind en leggen dat vast in ons volgsysteem: Mijn kleutergroep.
Middels Mijn Kleutergroep volgen we ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen.
Ook gebruiken we de RSOK (risicoscreening kleuters). Deze toets is gericht op het voorbereidend lezen en schrijven voor groep 3, de lees- en schrijfvoorwaarden.
Letter- en cijfervoorbeelden: